Radio Nostalgia
6 november 1919 was de allereerste radio-uitzending in Nederland. Dat hoorde ik. Op de radio natuurlijk. Want die staat bij mij altijd, nou ja, bijna altijd, aan. Overdag en ’s avonds laat. In de late namiddag zet ik graag een lp op. Ik heb nog een hele verzameling van The Allmands Brothers band tot Neal Young en van André van Duin tot Rowwen Hèze. De platen hebben een aantal jaren op zolder doorgebracht, maar na de verhuizing zijn deze weer in de woonkamer terechtgekomen, waar ze thuishoren. Die lp van Rowwen Hèze komt niet van boven, die heb ik kort geleden nieuw gekocht.(‘Ongeraan beginne’ = Geweljig!!) Vanmiddag nog de mooie stem van Edith Piaf beluisterd. Wat een groots geluid kwam er toch uit dat kleine vrouwtje! En terwijl ik dit schrijf komt uit de radio de stem van John Miles met “Music was my first love”. Hoe toepasselijk. En hoe toevallig! Die lp’s zijn aan een revival bezig. Cd’s en later Spotify duwden de lp’s in het vergeethoekje. Maar nu is het vinyl weer aan een opmars bezig; een comeback. Leuk is dat. Echter: je kunt nu geen tweedehands plaat meer scoren voor een paar euro, zoals een paar jaar geleden. De radio heeft geen revival nodig. Die was er altijd. En is nu nog steeds populair, ondanks Spotify. Thuis luisterden we naar Radio Luxemburg. Allemaal Duitstalige liedjes. Vandaar mijn redelijk grote kennis van Schlagermuziek met zangers/zangeressen zoals Katja Ebstein, Udo Jürgens, Heino, Nana Mouskouri en Roberto Blanco. Er was geen andere muziek voor ons. Radio Veronica was er weliswaar, maar die konden we hier niet ontvangen. Herman van Veen zong het al: “..Hilversum III bestond nog niet, maar ieder had zijn eigen stem..” In mijn schooltijd zat ik iedere zaterdagmiddag de top 40 te beluisteren. Op de maandag erna stond de lijst in de krant afgedrukt. Die werd uitgeknipt en dan in de schoolagenda geplakt. En op school met je medescholieren straevele of het wel terecht was, dat “Borriquito” van Peret alweer op nummer één stond. Dat was rond 1971 (weet je nog?). Later waren er legendarische discjockeys zoals Joost Den Draaijer (“Joost mag niet eten”), Frits Spits (“de Avondspits”) en Felix Meurders (“de Meurders methode”). Joost’s programma werd tussen 18 en 19 uur uitgezonden rond etenstijd, vandaar die naam. Frits Spits heet eigenlijk Frits Ritmeester, maar met die naam word je geen DJ. Hij volgde Joost op. Felix hoorde ik laatst nog op de radio, op NPO 5. Die goeie man is al 78 jaar oud! Aan zijn stem is dat niet te horen, die klinkt nog altijd goed. Maar ja, op ein gegaeve moment is ’t toch good gewaesj. Neet denne? Van Sint kreeg ik ooit een cassetterecorder. Daarmee kon ik zelf muziek opnemen. Via een gedicht liet de goedheiligman weten waarom ik dit cadeau kreeg. “met dit cadeau hoeft Harrie niet naar de stad te lopen, om daar die dure lp’s te kopen”. Want duur waren ze! Een groot deel van het loon van mijn zaterdagbaantje werd hieraan besteed. Die eerste cassetterecorder had een microfoon om de muziek op te nemen. Je hield de microfoon tegen de radio of tv om een opname te maken. Dat de kwaliteit van die opname niet groots was kun je je wel voorstellen. Er zat wel een kabeltje bij om rechtstreeks op te nemen, maar noch bij onze tv en noch bij onze radio was een ingang hiervoor. Allemaol aoje kraom. Maar wat wil je? We hadden een zwart-wit tv en een radio met antenne, die je om de vijf minuten moest draaien om bereik te hebben, bereik te houden en weer bereik te krijgen. Allemaol aoje kraom. Onze eerste auto had ook nog geen ingebouwde radio, dus ging de transistorradio mee op de achterbank. Na elke bocht begon dat ding weer te kraken, moest je vervolgens de antenne weer in de juiste stand proberen te krijgen. Die auto, onze eerste, was een Volkswagen Kever. Een tweedehands.(misschien wel derdehands.) Prachtding. Met van die uitklappende richtingaanwijzers. Prima auto voor goed weer. Maar als het regende moest je je voeten optillen om ze droog te houden. Corry Konings zong het al: “mooi was die tijd…”
Ich wins ederein eine muzikale zunjig!
Harrie, zunjig 10 november 2024