Column week 43-2024

Arno Walraven en Harrie Maessen. Twee echte Häörder mannen zullen op toerbeurt iedere week een column schrijven op deze website. Iets over de actualiteit in de wereld, in Horn. Iets over wat ze bezig houdt. Een frisse kijk in de toekomst of een grijze blik naar het verleden. Het kan allemaal voorbij komen. Ik geef ze hier de vrije hand om hun verhaal te doen en wens u veel leesplezier.

Arno Walraven.JPG
Arno Walraven

Hub

 Een Vlaams spreekwoord zegt: “De evenaar loopt niet door uwen gat”. Hoe Vlaamser, hoe mooier! Mijn moeder was ervan overtuigd dat mijn broer en ik ooit gevierde voetballers zouden worden. Een soort gebroeders Van de Kerkhof, De Boer, Koeman, Timber, Mühren, Witsche, Charlton. Daar trainden we achteraf toch te weinig voor. Het belangrijkste “wapenfeit” is dat we ooit tegelijkertijd van het veld werden gestuurd. Commentaar op de leiding, meteen rood. We schitterden nooit op een WK, maar zitten wel iedere thuiswedstrijd op de tribune bij Fortuna. Daar zijn we wereldberoemd. Supporters maken ruzie om wie de foto van ons beiden mag maken. Laatst waren we vol in beeld bij Studio Sport. Kennelijk vond de regie óns meer de moeite waard dan het vertoonde spel. Vinden wij soms ook. What is in a name? We zijn doodgewone mensen, hebben een doodgewone naam. Ook nog eens van de arme tak. Gewoon Walraven, niet Walraeve(n), niet Van Walraven en ook niet Walravens. Tamelijk onbekend, toch hebben we beroemde naamgenoten. Wat te zeggen van rolstoeltenniskampioene Sharon Walraven, van radiopresentatrice Simone Walraven, van kinderboekenschrijfster Esther Walraven, burgemeester van Maasdriel Antoine Walraven? Of de in de wijde omtrek bekende bridger Jan Walraven? In Valkenburg en Maastricht is een straat naar ons genoemd en in onze oprit ligt een putdeksel met Walraven erop. Frans Walraven is een bekende naam bij dialectvereniging Veldeke. Mijn volle neef Peter Walraven is poppenspeler bij theater De klaproos. Met zijn hoedje en markante snor geeft hij voorstellingen in de Rattentoren, maar ook op locatie. Hij fröbelt, bedenkt verhalen, speelt theater. Welbeschouwd is hij altijd een groot kind gebleven. Zijn levendige fantasie mochten we recent weer eens bewonderen. Helaas was de aanleiding verre van vrolijk. Ondanks het verdriet waren de herinneringen aan zijn overleden broer Hub doorspekt met humor. Hub was dus ook een paersnaef van mij, een van vaderskant, van bakkerij Walraven in de Christoffelstraat. Toen ik op de hbs zat, kwam ik er dagelijks. Vaak moest ik helpen om het toonbankje op zijn plek te houden in het overvolle winkeltje waar mijn tante en nichtje druk waren met het verkopen van broodjes-pennywafel, hanenkammen en verse krentenbollen. De laatste jaren zat Hub gevangen in zijn lichaam. Het ene na het andere cva maakte van deze stoere kerel een kasplant. Bij volle verstand, maar niet bij machte te lopen, praten, lezen; nauwelijks contact maken. Vreselijk. Desondanks was hij een optimistische man, tevreden, guitig, dankbaar. Bewonderenswaardig. Door zijn fijne karakter kwam iedereen graag bij hem op bezoek. In het verzorgingshuis was hij geliefd. Geen braniemaker die de voorgrond zocht. En tóch familie van mij! Vastelaovesprins van de Linner Kwekkerte. Zijn prinsenspreuk was zijn levensmotto: Lach vandaag, sjtel neet oêt toet mörge! Zo is het! Een raaf is van de wal gevlogen, vertrokken voor de laatste reis; zonder koffers maar mét veel bagage, én met de woorden van de dichter Adriaan Roland Holst: Diep in mij woelt 't onzegbare verlangen naar zachtheid, naar een warm omhelzen. Rust zacht, Hub.

 

Arno Walraven, 20 oktober 2024